Steunhart

Een steunhart is een mechanische pomp die de pompfunctie van een hartkamer kan overnemen. Deze vrij nieuwe techniek wordt op drie manieren gebruikt: als een ‘brug naar herstel’ om een verzwakte hartspier een tijdje rust te geven, als een ‘brug naar transplantatie’ wanneer een donorhart niet direct beschikbaar is en als een alternatief voor harttransplantatie.

Het verschil tussen een steunhart en harttransplantatie is dat de laatste het eigen hart vervangt, terwijl een steunhart naast het eigen hart functioneert. Met een steunhart blijft het hart zoveel mogelijk zelf een bijdrage leveren. Het steunhart is een veelbelovende techniek die al volop wordt toegepast maar ook nog altijd in ontwikkeling is.

Werking van een steunhart

Steunharten zijn er in verschillende modellen die het hart ieder op hun eigen manier helpen met pompen, en die meestal zijn getest in klinische trials. Het meest gebruikte steunhart is een pomp buiten het hart die via twee canules (een soort buizen) met de bloedsomloop is verbonden, de ene via de linkerkamer en de andere via de aorta. Het bloed stroomt dan op de natuurlijke manier het hart binnen tot in de linkerkamer, maar vervolgens gaat een deel van de bloedstroom via een omweg naar de aorta. Via de canules stroomt het bloed naar het steunhart en vervolgens met extra kracht terug naar de aorta.

De mechanische pompkracht wordt tegenwoordig meestal geleverd door een zogenoemde Archimedesschroef, die draaiende wordt gehouden door een kleine elektromotor. Naast de canules en de pomp bestaat een steunhart uit een chip en een batterij. Een deel van de onderdelen wordt onder de huid geplaatst, maar niet alles. Iemand met een steunhart draagt bepaalde onderdelen op het lichaam of in een tas met zich mee.

(L)VAD

De medische naam voor een steunhart is een afkorting: VAD ofwel een Ventricular Assist Device, letterlijk te vertalen als ‘Ventriculair Hulp Apparaat’. Ventriculair wil zeggen met betrekking tot de ventrikels, de kamers van het hart. Ondersteunt het apparaat uitsluitend de linkerkamer, dan komt er een letter voor en spreekt een dokter van een LVAD: Left Ventricular Assist Device.

Steunhart A. Steunhart (LVAD)
B. Batterij
C. Controlekastje
D. Aorta
E. Linkerkamer

Brug naar herstel

Soms is de hartspier na een ernstig hartinfarct zo verzwakt, dat het hart de bloedsomloop maar ternauwernood op gang kan houden. Zo’n situatie kan zich ook voordoen na een openhartoperatie, bijvoorbeeld in het zeldzame geval dat iemand zich na afloop niet kan ontwennen van de hart-longmachine die de functie van het hart tijdens de operatie vervangt. In beide gevallen kan een steunhart uitkomst bieden. Doel is dan de hartspier te ontlasten en de kans te geven om zich te herstellen.

Iemand met een steunhart als ‘brug naar herstel’ blijft in het ziekenhuis en is aan bed gebonden. Er is een risico op complicaties, omdat in de mechanische onderdelen bloedstolsels kunnen ontstaan die in de bloedsomloop terechtkomen en een beroerte veroorzaken. Daarom zijn stollingwerende medicijnen nodig.

Een steunhart als ‘brug naar herstel’ doet in principe niet langer dan twee weken dienst.

Brug naar transplantatie

Voor mensen in het eindstadium van hartfalen kan een harttransplantatie perspectief bieden, maar het duurt vaak erg lang voordat er een geschikt donorhart gevonden is. Een steunhart kan de wachttijd overbruggen en zo een ‘brug naar transplantatie’ slaan. Na de implantatie van dit type steunhart kan de drager naar huis, waar hij niet aan bed is gebonden en bewegingsvrijheid heeft. In bepaalde gevallen doet het steunhart tot vijf jaar dienst.

Het steunhart voor de langere termijn is een techniek die zijn waarde reeds bewezen heeft, maar er kunnen zich complicaties voordoen. Na verloop van tijd kunnen de mechanische onderdelen gebreken gaan vertonen, maar gelukkig komt dit met de voortschrijdende techniek steeds minder voor. Verder kunnen er infecties ontstaan op de plaats waar de huid geopend is om de canules binnen te laten. Dat gebeurt bij ongeveer één op de vijf steunhartdragers.

Een andere complicatie is de vorming van kleine bloedstolsels in de mechanische onderdelen van het steunhart. Deze bloedstolsels kunnen in de bloedbaan komen en in de hersenen een beroerte veroorzaken. Het risico op een beroerte is niet groot, maar zeker niet te verwaarlozen. In meer recente modellen van het steunhart is het probleem van de bloedstolling aangepakt door de canules een binnenwand te geven die sterk lijkt op de natuurlijke binnenwand van de slagaderen.

Steunhart, Peter Houghton

Peter Houghton leefde zeven jaar met een steunhart. Een tasjesdief stal de schoudertas met de batterij van zijn steunhart, maar meende dat het krachtige noodsignaal een alarm was en liet de tas verschrikt vallen. Houghton koppelde koelbloedig zelf de batterij weer aan zijn steunhart.

Peter Houghton en de tasjesdief

De techniek is inmiddels zo ver gevorderd dat het steunhart voor sommige mensen een alternatief voor harttransplantatie kan gaan worden. Dit gebeurt nog niet vaak, maar heel ongewoon is het ook weer niet. De eerste man die een steunhart kreeg als alternatief voor harttransplantatie was een Engelsman, Peter Houghton. Dat was in het jaar 2000.

Houghton kreeg zijn steunhart op de leeftijd van 63 jaar wegens hartfalen. Een harttransplantatie was om medische redenen geen optie. Zijn steunhart was een kleine pomp met een Archimedesschroef die in de linkerkamer werd geplaatst, dus niet zoals hierboven beschreven een steunhart buiten het lichaam. Andere onderdelen zoals de batterij en de chip droeg hij in een tas met zich mee. Doordat zijn eigen hart werd ontzien, kon zijn hartspier een beetje herstellen, net voldoende om de bloedsomloop korte tijd in stand te houden.

Dat kwam goed van pas toen Houghton in Londen aan het winkelen was en zijn tas met de batterij door een tasjesdief van zijn schouder werd gerukt. De dief rende weg met de tas, maar schrok en liet de tas vallen toen hij een krachtig alarm dacht te horen. Maar wat hij hoorde was een noodsignaal veroorzaakt door het plotseling ontkoppelen van de batterij. Houghtons hart was sterk genoeg om hem in staat te stellen zelf zijn tas op te pakken en zijn steunhart weer aan de batterij te koppelen.

Mét het steunhart was Houghtons conditie bepaald niet slecht. Hij maakte een wandeling van bijna 150 kilometer, publiceerde twee boeken en reisde de wereld rond om over zijn steunhart te vertellen. Zeven jaar na de implantatie van zijn steunhart stierf hij aan een nierziekte.