Kranslagaders

Vreemd genoeg onttrekt de hartspier weinig of geen zuurstof aan het bloed dat voortdurend door zijn kamers en boezems stroomt. De hartspier ontvangt zelf zuurstofrijk bloed via slagaders die het hart aan de buitenkant als een krans omvatten, de kransslagaders. Naar corona, het Latijnse woord voor krans, worden ze ook wel coronaire slagaders genoemd.

Voor zijn onophoudelijke inspanningen heeft de hartspier veel energie nodig. Raakt een kransslagader afgesloten, dan kan dat in korte tijd ernstige gevolgen hebben voor het stroomgebied van die kransslagader, dat wil zeggen het deel van de hartspier dat de slagader van bloed voorziet. Het gevolg van een afgesloten slagader is een hartinfarct. Als de kransslagaders vernauwd zijn, kan dat leiden tot pijn op de borst.

Het bloed in de kransslagaders wordt zichtbaar op de gedetailleerde röntgenfilm die wordt gemaakt tijdens een hartkatheterisatie.

Kransslagaders

Kransslagaders

A. LCA: Linker Coronair Arterie
B. RCA: Rechter Coronair Arterie
C. Hoofdstam LCA
D. LAD: dalende zijtak LCA
E. Cx: omcirkelende zijtak LCA

Röntgenopname tijdens een hartkatheterisatie. De vertakkingen van de linker kransslagader omvatten het hart als een haarnetje, waardoor de bolle vorm van het hart zichtbaar wordt.

D. LAD: dalende zijtak LCA
E. Cx: omcirkelende zijtak LCA

De loop van de kransslagaders

De loop van de kransslagaders doet denken aan een boom, die begint met een brede stam en zich vertakt tot kleine twijgjes in zijn kruin.

Aan de aorta ontspringen twee kransslagaders. De linkerkransslagader voedt vooral de linkerhelft van het hart, de rechter de rechterhelft en de onderzijde van de linkerhelft. Beide kransslagaders vertakken zich in een groot aantal steeds kleinere slagaders, die uiteindelijk de hartspier induiken en daar uitmonden in haarvaten. In de haarvaten worden zuurstof en afvalstoffen uitgewisseld.

De medische term voor een kransslagader is coronair arterie. De twee kransslagaders zijn de Linker Coronair Arterie en de Rechter Coronair Arterie, meestal afgekort tot LCA en RCA. Maar in feite zijn er drie hoofdtakken, want de linkerkransslagader splitst zich al snel in tweeën. De twee takken heten de LAD, een afkorting van Left Anterior Descending (linker voorste dalende) kransslagader, die aan de voorkant van het hart naar beneden loopt, en de Cx kransslagader, afkorting van Circumflex, die een omcirkelende beweging naar achteren maakt. In feite zijn er dus drie hoofdtakken: de RCA, de LAD en de Cx.

Vrijwel altijd is het aandeel van de linkerkransslagader met de twee grote afsplitsingen groter dan het aandeel van de rechterkransslagader. Bij de meeste mensen voorziet de linkerkransslagader ongeveer 65 procent van de hartspier van bloed, de rechter ongeveer 35 procent.

De loop van de kransslagaders verschilt van mens tot mens. Een cardioloog die een hartkatheterisatie uitvoert, weet daarom niet van tevoren welke route hij moet nemen om bij een afsluiting te komen. De exacte loop van de kransslagaders ziet hij pas op het moment dat hij al lang en breed onderweg is. Overigens is niet alleen de loop van de kransslagaders persoonsgebonden. Sommige mensen hebben van nature een verbinding tussen de hoofdtakken die de bloedtoevoer in een noodgeval kan overnemen. Zo'n natuurlijke omleiding heet een collateraal. Een collateraal kan ook spontaan ontstaan als de hartspier te maken krijgt met een chronisch zuurstoftekort.

Kransslagaders, doorsnede

Doorsnede spierwand hart en doorsnedes van een kransslagader

A. Een kransslagader (rood) en een kransader (blauw) met vertakkingen en haarvaten in de hartspier.
B. Doorsnee van een (krans)slagader met endotheel (lichtpaars) en laag met spiercellen (oranjebruin).
C. Dwarsdoorsnede met lumen (rood).

Afvoer via kransaders

Het hart heeft ook bloedvaten die het zuurstofarme bloed uit de hartspier wegvoeren. Dit zijn de kransaders. Over de kransaders hoor je zelden iets, omdat ze vrijwel nooit problemen geven.

De kransaders komen samen in een hoofdtak, de sinus coronarius of kranssinus, die loopt tussen de linkerkamer en de linkerboezem en uitmondt in de rechterboezem. In de rechterboezem wordt het zuurstofarme bloed naar de longen gepompt om weer zuurstof op te nemen.

Ziekten van de kransslagaders

Ziektebeelden die voortkomen uit vernauwde of afgesloten kransslagaders zijn pijn op de borst en een hartinfarct. Ziekten van de kransslagaders zijn een gevolg van slagaderziekte en staan hoog op het lijstje van meest voorkomende doodsoorzaken in Nederland.

Interventies aan de kransslagaders

Bij een ernstig vernauwde of afgesloten kransslagader wordt soms een kleine operatieve ingreep ofwel interventie verricht via hartkatheterisatie. Een interventiecardioloog kan met een dun slangetje, een katheter, via de bloedvaten in de kransslagaders komen. Degene die het ondergaat ondervindt weinig overlast. Er wordt alleen een ingang voor het slangetje in de lies, pols of elleboog gemaakt, waarvoor een plaatselijke verdoving volstaat.

De techniek van de hartkatheterisatie biedt de cardioloog een scala aan mogelijkheden. Hij kan een contrastvloeistof inspuiten en live op een monitor met een röntgenfilmpje zien waar eventuele vernauwingen of afsluitingen zijn. Een vernauwde kransslagader kan worden opgerekt door een ballonnetje. Deze ingreep, bekend onder de naam dotteren, wordt steeds vaker uitgevoerd.

De ontwikkeling staat niet stil, integendeel. Nieuwe behandelmogelijkheden zijn in de interventiecardiologie aan de orde van de dag. Het zijn er te veel om hier te kunnen noemen.

Soms vertonen de kransslagaders problemen die door dotteren niet te verhelpen zijn, zoals vernauwingen of afsluitingen aan meer dan één kransslagader tegelijk. Dan is een bypassoperatie soms de beste behandeling. Een bypassoperatie vereist een openhartoperatie en is een zaak van de hartchirurg.

Bij vrijwel alle ziekten van de kransslagaders worden medicijnen voorgeschreven. De hoofdgroepen zijn de cholesterolverlagers, de bloeddrukverlagers en de stollingwerende medicijnen.